Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zullen de [45]metgezellen over hem een [46]maaltijd bereiden? Zullen zij hem delen onder de [47]kooplieden? 45. Versta, de vissers, die tezamen in een verdrag en compagnie zijn, en zulk een vis zouden mogen gevangen hebben. 46. Te weten, uit blijdschap van een zodanige vangst, of uit hoop daarvan. 47. Hebreeuws, de Kanaanieten. Zo waren de kooplieden genaamd, omdat de oude inwoners van het land Kanaan veel met koophandel omgingen, zijnde daartoe aan de Middellandse zee zeer wel gelegen. Het woord is zo ook genomen Spreuk.31:24; Jes.23:8; Hos.12:8.